ZO MAAR OP EEN MOKUMS TERRAS…
Vandaag zit ik eindelijk weer eens heerlijk te genieten van de zon op een Jordanees terras, het Mokums Paradijs. Ik hef mijn glas op het 750-jarige bestaan van mijn mooie Amsterdam. Terwijl ik van mijn drankje geniet, overhoor ik twee Amsterdamse dames. Ze praten lekker Jordanees. Omdat ik zelf een half Spaans-Amsterdamse rakker ben, is het voor mij prima te volgen. Mijn oren spitsen zich om het gesprek goed te kunnen volgen, want het gaat over partneralimentatie. Een onderwerp wat bij veel mensen een heet hangijzer is en waar mijn praktijk van overloopt.
De ene dame geheel in het knalroze gekleed en twee vrolijke speldjes met strass in haar geblondeerde haar zegt: “Dus ik zit bij m’n advocaat, helemaal klaar om uit te leggen dat ik echt, écht minder verdien. Dat m’n omzet keldert als een baksteen in de gracht. Maar die advocaat kijkt me aan met een blik die zegt: “Leuk geprobeerd, vriendin, maar we gaan het hebben over je verdiencapaciteit.”
Verdien-wát?
Oh zegt de andere dame, die overigens geheel in wit kant is gekleed, zelfs haar handtasje en haar legging zijn van kant: “Blijkbaar maakt het de rechter geen donder uit wat je daadwerkelijk binnen harkt, maar gaat het om wat je zou kunnen verdienen. Dus niet: wat heb je op je bankrekening staan, maar wat zou je kunnen verdienen als je je leven wél op orde had?”
De dame in het knalroze gaat, nadat zij een grote slok van haar Aperol Spritz neemt, verder en zegt: “Ik probeer nog bij mijn advocaat: “Maar ik ben zzp’er, ik heb last van de markt, concurrentie, recessie, m’n hond is ziek…” – niks helpt. Ze kijken naar m’n diploma’s, werkervaring, en of ik überhaupt m’n nest uitkom voor een sollicitatie. Alsof ik nog jong, fris en gewild ben op de arbeidsmarkt.”
“En stel hè, stel dat ik expres wat minder werk – omdat ik het leven wil ‘balanceren’ en meer wil ‘genieten van het moment’ – dan zegt de rechter dus gewoon: “Fijn voor je, maar we rekenen je nog steeds op fulltime.” Terwijl m’n ex inmiddels met zijn garage drie keer zoveel verdient als ik.”
“Het gaat om je ‘verdiencapaciteit’ – een magisch woord dat betekent dat je geen kant meer op kunt,” zegt de dame in het wit.
Zij vervolgt: “Oh meid, pas op dat je er niet in wordt geluisd. Je moet de beste advocaat hebben. Conchita van Rooij, zij schijnt de pitbull onder de advocaten te zijn.” Ik draai mij om en zeg lachend “Ik ben Conchita en jullie zijn meer dan welkom op kantoor”. Ik leg ze uit dat niet alles zo zwart wit is, maar genuanceerder en dat ik zeker wat in de partneralimentatie kan betekenen. Blij zijn de dames, wij hebben een date en samen proosten wij op onze stad Amsterdam!