Bij Cruise Port Amsterdam is een centraal duurzaam energievoorzieningssysteem gerealiseerd, in opdracht van Port of Amsterdam. Via deze zogenoemde Smart Energy Hub kunnen cruise- en rivierschepen sinds kort met een stekker worden aangesloten op walstroom. Zodra ze zijn aangemeerd kunnen hun dieselgeneratoren uit, met een vermindering van fijnstof en geluid voor de omgeving tot gevolg. In gesprek met Hendrik-Jan Oost van Port of Amsterdam en Rick van Akkeren en Michel van den Munckhof van BAM over deze innovatie.
Walstroom is een begrip waarmee wordt aangegeven dat een schip gebruikmaakt van een aansluiting op het elektriciteitsnet op de wal. Varende schepen gebruiken eigen generatoren om elektriciteit op te wekken, maar in de haven is het laten draaien van dieselgeneratoren milieubelastend. Port of Amsterdam koos het Deense Powercon voor de aanleg van een walstroominstallatie voor cruiseschepen bij Cruise Port Amsterdam; het bedrijf leverde het hart van de walstroominstallatie, het onshore power system. Dit is het systeem tussen de netaansluiting en de stekker voor de schepen. BAM Infra Nederland realiseerde als onderaannemer het benodigde gebouw en de benodigde bovenliggende energie-infrastructuur.
Wat is de start geweest van dit project?
Hendrik-Jan: “Dat is ontstaan uit wet- en regelgeving. Vanaf 2030 moeten namelijk alle zeecruiseschepen verplicht gebruikmaken van walstroom. Vanwege de centrale ligging van onze terminal, in een drukbevolkt deel van Amsterdam, wilden we eerder dan de wetgeving verplicht stelt, hier de emissies reduceren. Het gaat dan met name om de reductie van fijnstof. Een leefbare omgeving is voor Port of Amsterdam een belangrijk thema; we zijn intrinsiek gemotiveerd om dit te realiseren vanuit onze visie op schone scheepvaart.
Zo leveren we een bijdrage aan de doelstelling van Amsterdam om in 2050 klimaatneutraal te zijn en aan de Europese ‘green deal’.”
Rick: “Bij BAM kiezen we voor projecten waarmee we ook écht het verschil kunnen maken voor een duurzame toekomst. En daar sluit dit project naadloos bij aan.”
Hoe is de samenwerking tussen Port of Amsterdam en BAM begonnen?
Hendrik-Jan: “Om de klus te klaren hebben we twee grote contracten afgesloten: het realiseren van de installaties hier op de kade en het zorgen dat er een elektriciteitskabel van Amsterdam-Noord hier naartoe kon. Vanaf het elektriciteitsstation aan Papaverweg in Amsterdam-Noord heeft netbeheerder Liander 4,4 kilometer kabel door de IJtunnel, uiteindelijk hier bij Cruise Port Amsterdam omhoog laten komen. Dat was een behoorlijke klus, maar dat is voorspoedig verlopen. Vanaf mei 2023 is de samenwerking tussen Port of Amsterdam, Powercon en BAM contractueel vastgelegd en zijn we met de werkzaamheden begonnen. Dat startte met het maken van de benodigde ontwerpen. De realisatie van de fundering van het gebouw ging van start in oktober 2023, parallel aan dit traject startte Liander met de aanleg van de stroomkabel.”
Michel: “BAM heeft dus de Smart Energy Hub, het gebouw waarin de stroomkabel de benodigde elektrotechnische componenten voedt, gebouwd. Het was een uitdaging om dit gebouw op een historische kade uit 1860 met houten paalconstructies, te realiseren. Daarnaast hebben we op de kade die meer dan 600 meter lang is, vijf grote ‘stopcontacten’, de walstroomkasten, geplaatst waarop de zeecruise kan aansluiten. Op dezelfde kade hebben we ook acht walstroomkasten voor de riviercruiseschepen geplaatst. Al deze ‘stopcontacten’ moesten ook onderling verbonden worden.”
Hoe werkt de Smart Energy Hub precies?
Hendrik-Jan: “De Hub is het gebouw met daarin alle installaties en staat ter hoogte van het Mövenpick hotel. In dit gebouw komen de kabels vanuit Amsterdam-Noord dus omhoog. Daarin zit ook een schakelaar die spanning op de kabels zet. Die schakelaar is eigendom van de netbeheerder en kan alleen door Liander worden bediend. De kabels lopen vervolgens naar de transformator, waar de spanning van 50.000 naar 10.000 volt getransformeerd wordt. Dat is een gigantische hoeveelheid, ter vergelijking: uit je stopcontact thuis komt 230 volt. Die 10.000 volt is de ingangsspanning voor alle installaties die daarachter zitten. Het hele gebouw is een soort stekkerdoos met uitgangen voor toepassingen voor onze zee- en riviercruises. We hebben ook nog uitgangen mogelijk gemaakt voor andere doeleinden. Met de gemeente zijn we nu aan het onderzoeken of we hier ook laadpalen kunnen realiseren voor auto’s en bussen. Zo gebruiken we ook de stroom die niet wordt gebruikt als het wat rustiger is aan onze kades.”
Michel: “Om de installatie van Powercon te laten werken heb je heel veel andere installaties nodig, zoals de transformatoren met verdelers, koelinstallaties, monitorings- en bewakingssystemen. Die systemen komen allemaal van BAM vandaan.”
Rick: “Ook de engineering van het gehele project is door BAM uitgevoerd. Hierdoor konden we onze kennis inbrengen om de grootste uitdaging qua techniek het hoofd te bieden: de geluidsnormen die in de bebouwde omgeving worden gehanteerd. Deze zijn heel strikt in combinatie met de benodigde koeling. De toegepaste transformatoren veroorzaken veel trillingen en geluid. Daarnaast moet de installatie gekoeld worden met ventilatoren, die op hun beurt ook veel geluid produceren. Het gebouw moest dus geluidstechnisch redelijk gesloten zijn om alles te kunnen dempen. Daarom zitten er onder andere speciale dempende roosters in het gebouw en kent de gebouwconstructie verschillende schillen. Daarnaast is de fysieke ruimte heel beperkt en moesten we erg compact bouwen.”
Hendrik-Jan: “De Smart Energy Hub en de walstroomkasten op de kade moesten daarbij ook allemaal voldoen aan bepaalde richtlijnen vanuit de Welstandscommissie. We hebben daarom heel nauw samengewerkt met de stedenbouwkundige van de gemeente, om tot een goed ontwerp te komen.”
Hoe werkt het nu als er een schip komt aanleggen?
Hendrik-Jan: “Als een schip in aantocht is, is er al veel communicatie tussen het schip en onze haven. Je bespreekt onder andere hoe de installatie van het schip eruitziet en waar het schip kan aansluiten. Dan komen we met een wagen met opgerolde aansluitkabels; deze worden uitgerold en netjes aangesloten op het schip en de walstroomkast op de kade. Samen met de werktuigbouwkundige van het schip loop je een heel protocol door, want het is wel 10.000 volt wat op die kabels komt te staan. Na het doorlopen van dat protocol wordt de spanning op de kabels gezet. Dat gebeurt nadat de systemen aan boord van het schip en de systemen in de hub “gesynchroniseerd” zijn; dat wil zeggen dat de spanningen exact hetzelfde zijn. Tot slot wordt de voeding langzaam overgenomen door de SEH (Smart Energy Hub), totdat het schip volledig op walstroom aangesloten is. Dan pas kunnen ze de generatoren uitzetten. Als alles goed gaat en werkt, kan dat met een half uur gerealiseerd zijn.”
Rick: “Urenlange geluidshinder en uitstoot hebben we hiermee teruggebracht tot een half uur! Dat is uniek voor zeecruises. Met de riviercruises gaat dat sneller; de spanningen en vermogens zijn daar lager. Zij doen het aansluiten helemaal zelf, met een eigen laadpaal en een pasje. Dat is meer vergelijkbaar met een elektrische auto.”
Is het hele project rondom de walstroom volgens plan gegaan?
Michel: “Jazeker, we hebben alles binnen de afgesproken twee jaar afgerond. Maar we hebben wel voor uitdagingen gestaan. Zo wisten we niet precies wat we in de ondergrond van de kade konden tegenkomen. Daar zijn we wel op wat verrassingen gestuit. Zo kwamen we een dikke stortsteenlaag tegen en daar kwamen we moeilijker doorheen dan verwacht.”
Hendrik-Jan: “Een andere uitdaging was dat je, bij wijze van spreken, op een postzegel met elkaar moesten samenwerken. Naast de samenwerking tussen Port of Amsterdam, Powercon, BAM en Liander, heb je ook nog te maken met het cruiseseizoen met bussen op de kades, toeleveranciers met hun vrachtwagens en Hotel Mövenpick met haar gasten…”
Rick: “Alles rondom het neerzetten en bekabelen van het gebouw en de installaties, moest door blijven draaien. Alle cruiseschepen moesten kunnen blijven aanmeren en ook op de directe omgeving moesten onze bouwwerkzaamheden zo min mogelijk impact hebben. Dit kan alleen als je met alle partijen goede afspraken maakt en nauw samenwerkt. Daarbij moesten we ook nog eens onder een historisch steigerdek uit 1860 met houten paalconstructies bekabelen… Die kabels wegen zo’n 10 kilo per meter! Voor onze mensen buiten was dat het zwaarste werk.”
Maar alles is uiteindelijk gelukt. Dat zegt wel genoeg over de samenwerking!
Hendrik-Jan: “Dat is wel kenmerkend voor dit project geweest: de willingness van alle partijen om het mogelijk te maken. We hebben continu met elkaar gekeken hoe we alles zo goed mogelijk konden doen en dat is uitstekend gelukt!”
Meer informatie over Port of Amsterdam: portofamsterdam.com
Meer informatie over BAM: baminfra.nl