Nieuwe zzp-wet 1 januari 2026: van grijs gebied naar helder kader
Wie als zelfstandige werkt – of zelfstandigen inhuurt – weet het al jaren: de regels rond zzp’ers zijn een doolhof en roepen veel vragen op. Wanneer ben je nu écht zelfstandig? En wat als je achteraf toch gezien wordt als werknemer, met alle fiscale gevolgen van dien? Het gevolg is onzekerheid bij opdrachtgevers én opdrachtnemers. Enerzijds worden opdrachtgevers voorzichtig en nemen liever niemand aan. Anderzijds zijn er mensen die (noodgedwongen) als zelfstandige werken, maar in feite dezelfde positie hebben als een werknemer – zonder de bescherming die daarbij hoort.
Een nieuw wetsvoorstel – dat 1 januari 2026 van kracht wordt – moet daar verandering in brengen. Het wetsvoorstel introduceert een helder toetsingskader, wanneer ben je écht zelfstandig, en wanneer niet? Die toets bestaat uit twee delen: (i) een zelfstandigentoets en (ii) een werkrelatietoets. Pas als aan beide toetsen is voldaan, is sprake van zelfstandigheid.
De zelfstandigentoets (i) kijkt bijvoorbeeld naar, of er wordt gewerkt voor eigen rekening en risico. Of er een deugdelijke administratie wordt gevoerd. Of de werkende zich in het economisch verkeer als zelfstandig ondernemer gedraagt. En of er een voorziening is getroffen voor arbeidsongeschiktheid en pensioen, etc.
De werkrelatietoets (ii) kijkt onder meer naar hoe het werk wordt georganiseerd: kunnen de werktijden en de manier waarop wordt gewerkt zelf worden bepaald? Ontbreekt een hiërarchische controle? Hebben de partijen de bedoeling om anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst arbeid te verrichten?
Daarnaast introduceert de wet de mogelijkheid om in bepaalde sectoren – waar het risico op schijnzelfstandigheid hoog is – aan de hand van een uurtarief een rechtsvermoeden van werknemerschap te introduceren. Er wordt dan verondersteld dat iemand werknemer is als die persoon minder verdient dan het vastgestelde uurtarief.
Bij twijfelgevallen is er een toetsingscommissie, die een bindende uitspraak kan doen. Op die manier ontstaat er als het goed is meer zekerheid vooraf en minder risico’s voor de situatie achteraf.
Werken in loondienst blijft de norm, met alles wat daarbij hoort qua afspraken en zekerheden. Maar wie wél wil ondernemen en dus bewust kiest voor zelfstandig ondernemerschap, krijgt straks een duidelijker speelveld, mét eigen verantwoordelijkheden. Immers, vrijheid is mooi, maar zonder vangnet bij ziekte of pensioen ondermijnt de werkende uiteindelijk zowel zichzelf als het collectieve systeem.
Of deze wet dé oplossing zal bieden voor alle onduidelijkheden rondom het ondernemerschap en de arbeidsrelatie zal moeten gaan blijken, maar het biedt in ieder geval een betere toets op zelfstandigheid, waarbij verantwoordelijkheden worden vastgelegd, zodat er meer evenwicht, duidelijkheid en zekerheid komt.