Amsterdam viert haar 750-jarig jubileum. Onze hoofdstad werd vanaf 1275 in amper vier eeuwen de belangrijkste van de wereld. Dat was te danken aan koopmannen met gogme.
Eigenlijk is Amsterdam een relatief jonge stad. Oudere Europese steden hadden in de dertiende eeuw een grote voorsprong. Door Mokumse slimheid – gogme – kwam Amsterdam letterlijk en figuurlijk vanuit een moerassig hoogveenlandschap bovendrijven. Gogme kun je zien als een combinatie van slimheid, durf en het aanvoelen van andere mensen.
Tolprivilege
Met slimme manoeuvres wist Amsterdam de achterstand in te halen. Om te beginnen: het tolprivilege. Het jaar 1275 is niét het jaar van de stadsrechten, dat gebeurde ruim een kwart eeuw daarna. Bij het 750-jarig jubileum staat een toldocument centraal – een handelsdocument. Amsterdamse handelaars hoefden van graaf Floris de Vijfde geen belasting te betalen als ze hun goederen door het graafschap Holland wilden vervoeren. Het tolprivilege was zo slim omdat Floris de Vijfde met deze zet het bij Utrecht horende Amstelland paaide. De Amstellanders laveerden vervolgens graag en frequent over de Hollandse wateren en werden daarna ook Hollands.
Het mirakel
Deze strategische zet zou gevolgd worden door een reeks van andere slimme stappen. Beroemd is het mirakel van 1345. In de veertiende eeuw was Amsterdam nog altijd minder druk bezocht dan steden als Gouda, Dordrecht en Utrecht. De Amsterdamse koopmannen konden een wonder gebruiken. Even later vond ‘het mirakel van Amsterdam’ plaats. Op 15 maart 1345 ontving een stervende visser die aan de Kalverstraat woonde van een priester een hostie, een klein stukje brood dat symbool staat voor het lichaam van Christus. Later braakte hij die hostie uit en het braaksel werd in het vuur gegooid. De volgende dag zweefde die hostie ongeschonden boven het vuur. De getuigenverklaringen zaten zo goed in elkaar dat het wonder bisschoppelijke erkenning kreeg. Riskant, want wie vals getuigde riskeerde de doodstraf. Maar zie: na 1345 werd Amsterdam een internationaal bedevaartsoord voor rijke reizigers die verlichting van hun lijden en vergeving van zonden verlangden. Een ongekende impuls voor de handelsstad.
Grachtengordel
Zo legden verhalenvertellers en koopmannen uit het middeleeuwse Amsterdam eensgezind de basis voor de ‘Gouden Eeuw’. De stad die steeds betere schepen bouwde, kaarten maakte en onbekende zeeroutes durfde te bevaren, stond in de zeventiende eeuw op het punt het belangrijkste handelsgebied van de wereld te worden. Eén probleem leek echter bijna onoplosbaar: het wassende water. Was er iets te bedenken om die overvloed aan water te lozen? Grote sloten graven die welhaast kanalen zijn? Maar wat moet je met onoverbrugbare kanalen om je stad? In 1613 werd besloten tot het bouwen van de grachtengordel. Wederom maakte Amsterdam met verbluffende slimheid van de nood een deugd. De grachten kregen de vorm van een halfrond bastion. Het water was niet meer een bedreiging voor de stad, maar een magneet voor rijke koopmannen die hun herenhuizen bouwden nabij hun pakhuizen. De grachten waren de perfecte transportmogelijkheid naar de haven in het IJ. Je zou het megalomaan kunnen noemen, maar het was gogme.
Bas Kok is stadsschrijver in Amsterdam. Zijn meest recente boek is Gogme – Hoe Amsterdam een wereldstad werd. Dit is een stadskroniek en kwam uit in het kader van jubileumjaar Amsterdam 750.