Kennisplatform voor noord holland

De droom voor het vernieuwde stadsdeel Noord: ‘We verschillen van elkaar, maar voelen ons ook verbonden’

Geplaatst op 8 december 2021
De droom voor het vernieuwde stadsdeel Noord: ‘We verschillen van elkaar, maar voelen ons ook verbonden’

Amsterdam-Noord is met een bevolkingstoename van 47 procent het snelst groeiende stadsdeel. Het passeerde vorig jaar de 100.000 inwoners. Die groei zet door, want er ligt een enorme bouwopgave die het gebied ingrijpend zal veranderen tussen nu en 2040. Welk effect heeft deze ontwikkeling op de bewoners? We legden stadsdeelvoorzitter Erna Berends een aantal vragen voor en kregen antwoorden terug waar de passie voor Noord vanaf spat.

Wat heb je zelf met Noord? Wat betekent het stadsdeel voor jou persoonlijk?
Ik kom oorspronkelijk uit Drenthe, maar kwam naar Amsterdam om te studeren. Ik ontdekte al snel Noord: de charmante plekjes, maar ook de onaangeharkte stukken. Die ‘ruwe randjes’ vond ik meteen interessant. Toen ik een sociale huurwoning kon krijgen in de Van der Pekbuurt was ik helemaal gelukkig; de combinatie van het dorpse karakter en die stad waarin ik van alles wilde beleven. Ik woon nu in Tuindorp Oostzaan en heb echt mijn hart verloren aan Noord. De Amsterdamse sfeer, maar toch het dorpse: mensen hebben het hart op de tong en voelen zich verbonden met elkaar.”

Wat gaat er de komende jaren veranderen in dat Noord waarvan je houdt?
We staan dit jaar stil bij het honderdjarig bestaan van Noord. Natuurlijk zijn delen ervan veel ouder, maar honderd jaar geleden werden veel Waterlandse dorpen geannexeerd. Toen kreeg Noord zijn huidige vorm. Ook na de Tweede Wereldoorlog werd er flink ontwikkeld in het stadsdeel. Nu staan we opnieuw voor zo’n gigantische groeispurt. Als alle plannen doorgaan zitten we straks op 150.000 inwoners. Er worden veel woningen bijgebouwd: zoals langs de oevers van het IJ en het stationsgebied.

Een project dat ik erg interessant vind is Elzenhagen Zuid. Dit gebied bij het station grenst aan het Noordhollandsch Kanaal en wordt intensief bebouwd: er worden allerlei typen woningbouw gerealiseerd. Maar er komt ook een mooi groen park, een prettige plek om te ontspannen. Er is bovendien een prachtige atletiekbaan geopend voor de atletiekvereniging, er komt een moskee waarvan twee moskeeverenigingen gebruikmaken, en een locatie voor dak- en thuislozen. In deze wijk wonen al onder andere statushouders en studenten, er zijn al voorzieningen, de buurt heeft al karakter: alles komt hier samen. Dit wordt echt een stad in een stad. 

We bouwen een stad in een stad: dat zei je onlangs ook in de livecast van Pakhuis de Zwijger. Hoe wordt oud met nieuw verbonden in het Noord van morgen?
Elzenhagen Zuid is een goed voorbeeld van hoe we dat kunnen laten slagen. In andere wijken zie je een harde overgang tussen fonkelende nieuwbouw en de bestaande buurt. We zijn daarom al jaren bezig met een programma waarmee we een scherp verschil tussen oud en nieuw willen voorkomen of verzachten door bijvoorbeeld gedeelde voorzieningen. In oude buurten spelen problemen, maar het zijn óók sociaal sterke gemeenschappen waarin mensen voor elkaar zorgen. Er wordt naar elkaar omgekeken. Dat willen we overbrengen naar de nieuwe bebouwing.

In het Hamerkwartier zorgen we ervoor dat ouderen uit de aangrenzende Vogelbuurt met voorrang een appartement kunnen krijgen in de nieuwe buurt. Ouderen koesteren hun netwerk en zo haal je de bestaande buurt binnen in de nieuwe buurt. Ook hebben we met de woningcorporaties afgesproken dat er ruimte komt en blijft voor sociale huur en middenhuur.

Daarnaast mag de openbare ruimte in de bestaande wijken niet achterblijven ten opzichte van de nieuwe buren. Je wilt niet over oude hobbels een nieuwe buurt in rijden. Het moet van vergelijkbaar niveau zijn. Het liefst zie ik ook dat kinderen uit oude en nieuwe buurten samen naar bestaande scholen gaan. Dat ze niet tegenover elkaar staan, maar elkaar ontmoeten. En we werken er hard aan dat nieuwe mensen ook in de oudere buurten terechtkunnen voor voorzieningen. We doen er echt veel aan, maar ik snap dat bewoners het spannend vinden hoe het er uiteindelijk uit komt te zien.

Het beleid van de stad is gericht op 40-40-20 verhoudingen: sociale huur, middenhuur en het hogere segment. Jij richt je liever niet te star op die cijfers. Maar hoe wordt er een mooie mix gemaakt tussen verschillende doelgroepen?
Het moet niet gaan over het realiseren van getallen. Ik sta wel achter deze verdeling, maar je moet vooral goed kijken wat er nodig is in een buurt. Hoe zorg je ervoor dat de verdeling zo is, dat mensen naar elkaar omkijken en niet langs elkaar leven? Je creëert levendige buurten door een mooie mix te maken. En die ziet er overal anders uit.
Samen met woningcorporaties en zorgpartijen kijken we bijvoorbeeld waar kwetsbare mensen het beste een plekje kunnen krijgen, zodat je balans krijgt. We proberen op buurtniveau en wijkniveau te doen wat verstandig is. Cijfers zijn daarbij een houvast, maar zeker geen betonnen mal.

We willen van Noord een mooie stad maken waar mensen ook graag blijven: zorgen dat jongeren die hier geworteld zijn, hier naar school en werk kunnen blijven gaan. Daarom komt er een Techschool en leggen we verbindingen met bedrijven waar jongeren stage kunnen lopen. We zijn bezig met de verbinding tussen Noordse bedrijven en jongeren uit Noord, zodat zij een kans krijgen op de arbeidsmarkt. We willen mensen uit hun tunnelvisie halen, hen prikkelen. Een gebied als het Hamerkwartier leent zich hier bij uitstek voor: veel kleine creatieve bedrijven, heel aantrekkelijk voor jonge mensen, maar ook voor andere bedrijvigheid.

Grote veranderingen brengen uitdagingen met zich mee. Bereikbaarheid is er één van, maar ook de sociale verhoudingen. Hoe worden deze benaderd?
Ik weet dat er met regelmaat gesproken wordt over ‘yuppen die de stad overnemen’. Ook de groep Red Amsterdam Noord uit deze zorgen en ik begrijp deze goed. De gemeente heeft hen gevraagd een plan op te stellen en een aanpak te verzinnen. Ik ben heel benieuwd wat daaruit komt. Wij proberen ons deel te doen: elkaar ontmoeten is belangrijk, daardoor kweek je meer begrip. Ik hoor van mensen die hier komen wonen dat ze al een link hadden met Noord, of oprecht enthousiast zijn over de wijk. Zij vertellen dat ze netjes worden gegroet en echt kennismaken met hun buren. Dat gevoel is er wel, van ‘zo doen wij dat hier in Noord’.

We moeten niet alleen maar bouwen, maar ook voldoen aan de behoeften van bestaande en nieuwe bewoners. Verdichting vindt overigens vooral plaats op grote, verharde bedrijventerreinen. Die knappen daar enorm van op en grenzen bovendien aan groene gebieden, waar inwoners elkaar ontmoeten. We zorgen voor plekken waar mensen kunnen zitten, de hond kan worden uitgelaten en kinderen kunnen spelen. Daar moet ook in de bestaande buurten in worden geïnvesteerd: woningen op orde krijgen, zorgen voor een aantrekkelijke openbare ruimte en voorzieningen. Zodat overal de bebouwing in verhouding is met de leefomgeving.

In 2050 zou Noord meer dan 158.000 inwoners kunnen tellen. Is dat wenselijk? Wordt de druk op de sociale cohesie, maar ook de leefbaarheid, dan niet te hoog?
Dit is dé vraag waar het om gaat. In het verleden riepen we ‘bouwen, bouwen, bouwen’. Er moet ook flink gebouwd worden, maar dat verhaal is inmiddels wel wat genuanceerder. Dat is ook verwoord in de nieuwe omgevingsvisie: het vizier niet alleen richten op woningaantallen, óók zorgen dat er op een goede manier geleefd kan worden. Daarom stellen we voorwaarden aan dat bouwen: het kan mits het goed geregeld is, de bereikbaarheid goed is, er wordt voldaan aan de groen-norm en de sportnorm en de wijken leefbaar en veilig zijn en blijven.

Dan moet je je serieus afvragen: moeten we daar aantallen en jaartallen aan verbinden, of moeten we enigszins vertragen, zodat ook in de bestaande bouw kan worden geïnvesteerd om de leefbaarheidsdoelstellingen te behalen? Je moet mensen ook de tijd geven om te wennen aan nieuwe inrichtingen. Bovendien moeten er beslissingen gemaakt worden over bereikbaarheid door middel van fietsbruggen, het openbaar vervoer, noem maar op.

Wat is je eigen droom voor Noord? Als je over een aantal jaren door het stadsdeel loopt of fietst, wat zie je dan en met welk gevoel beweeg je je door de wijken?
Ik zie Noord als een lappendeken van buurtjes. Dat is juist het leuke: mensen voelen zich inwoner van Noord én van hun eigen buurt. Zo ben ik bewoner van Tuindorp Oostzaan en van Noord. Als nieuwe inwoners dat ook zo gaan zien – en dat zie ik al ontstaan – dan voelen mensen zich thuis. Buurten ontwikkelen hun eigen identiteit, komen op voor hun eigen belangen. Mijn droom is dat die lappendeken van buurten duidelijk herkenbaar blijft en dat de nieuwe buurten daar als vanzelfsprekend tussen horen. Minigemeenschappen binnen de gemeenschap Noord: we verschillen van elkaar, maar we horen ook bij elkaar. We voelen ons met elkaar verbonden.

Foto’s: Roos Trommelen

Vergelijkbare berichten

Heeft u interessant nieuws of een bijzonder verhaal?

Laat het ons weten via nieuwsberichten@kijkopnoord-holland.nl of via onze handige nieuwsmodule.

Nieuws aanleveren

Zoeken naar: