Hoornse Ondernemers Compagnie (HOC): Samenwerken als basis voor een sterkere stad

Voor iedere organisatie geldt dat je kunt groeien als je samenwerkt. Samenwerken met je collega’s, medewerkers, leveranciers of met klanten. Door goed te luisteren en door op elkaar te vertrouwen. Échte resultaten worden dan ook pas behaald vanuit een situatie waarin je met vertrouwen kunt samenwerken. Dat geldt ook voor de Hoornse Ondernemers Compagnie (HOC).

“Willen we méér betekenen voor ondernemend Hoorn, dan zullen we steeds meer de samenwerking moeten opzoeken”, aldus de HOC. Onderstaand een aantal voorbeelden daarvan.

“Zo hebben we bijvoorbeeld de afgelopen twee jaar gestreden voor het behoud van de reclamebelasting. Een beladen onderwerp en een woord dat wellicht geen eer doet aan haar doelstellingen. Want simpel gezegd wordt er geld opgehaald om collectieve voorzieningen te realiseren die vanuit individueel initiatief niet haalbaar zijn. Voorzieningen die voor iedereen positief zijn, maar zonder collectiviteit simpelweg niet van de grond komen”, weet de HOC. “Doordat de gemeente Hoorn onderdeel is van de constructie, ontstaat er zelfs een unieke situatie waarin privé en privaat dezelfde belangen hebben en mede daardoor succesvol samenwerken.”

Vertrouwen

De HOC vervolgt: “Wat ons alleen is opgevallen tijdens de inhoudelijke discussie met de achterban en partijen uit de gemeenteraad, is dat samenwerken niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Persoonlijke meningen worden maar al te vaak verward met algemene belangen. Negatieve berichten op sociale media en in de krant zorgen voor een sfeer die de dialoog moeilijk maakt. Het is juist goed om van mening te verschillen, want dan kan je samen op zoek gaan naar overeenstemming. De basis is vertrouwen.”
Dit is voor de HOC aanleiding geweest om de vertegenwoordigers van de gemeenteraad het boek ‘De snelheid van vertrouwen’ van Stephen Covey aan te bieden. “Wanneer er voldoende vertrouwen aanwezig is, is er ruimte om samen op zoek te gaan naar de mogelijkheden in plaats van te blijven hangen in de onmogelijkheden.”

Samen optrekken

De samenwerking met de Westfriese Bedrijvengroep (WBG) is voor de HOC een vanzelfsprekendheid. “Maar wie doet wat en wanneer? We hebben elkaar meermaals diep in de ogen gekeken, de rolverdeling op scherp gezet en de agenda’s op elkaar afgestemd. We trekken samen op richting de gemeenteraadsverkiezingen, hebben de Energie Combinatie West-Friesland (ECWF) omgezet naar een energiecollectief voor de regio met loket en uitvoering en er wordt hard gewerkt aan bredere inzet van Parkmanagement voor de regio.”

De HOC verwelkomt Hans-Peter Baars als nieuwe voorzitter van de WBG. “We zijn superblij met het feit dat hij zijn sporen als ondernemer verdiend heeft in de gemeente Enkhuizen. Dat hij in zijn eerste column als voorzitter van de WGB vooral spreekt over de essentie van samenwerking is gen toeval. Want wanneer we als georganiseerd bedrijfsleven onze regio in positieve zin willen beïnvloeden, dan is het belangrijk dat we met z’n allen de schouders eronder zetten. Een krachtige samenwerking tussen Hoorn en Enkhuizen zou hierin een grote bijdrage kunnen leveren.”

Gezamenlijke uitdagingen

In Hoorn is een diversiteit aan samenwerkingen van ondernemers en winkeliersverenigingen. De intentie van de HOC is om samen met de Hoornse Ondernemers Federatie (HOF) aankomend jaar te kijken naar een brede vertegenwoordiging en draagvlak. “Of je nu winkelier, horecaondernemer of ondernemer op een van de bedrijventerreinen bent, we hebben nu eenmaal gezamenlijke belangen en uitdagingen. Denk aan personeel, talent, maar misschien nog wel de grootste uitdaging; communicatie met de lokale overheid.” Samenwerken op de punten waar je het met elkaar eens bent, zorgt voor vertrouwen in de dialoog op onderwerpen waar je van mening verschilt, vindt de HOC. “Dit is nodig voor een sterkere stad Hoorn, waarin het goed ondernemen en leven is. Voor iedereen, niet alleen nu, maar zéker ook voor de volgende generatie(s). Samenwerken wordt dan ook ons thema voor 2022/2023, want samen kom je verder!”

Fotografie: Hélene de Bruijn